E-nummers. Voor de één zijn het keurige codes die laten zien dat een stof door Europa is goedgekeurd. Laten we eens goed kijken naar wat E-nummers zijn, waarom ze bestaan én waarom biologisch hier zo kritisch mee omgaat. Voor de ander juist een waarschuwing om het product terug te leggen. De waarheid? Die ligt ertussenin. Laten we eens goed kijken naar wat E-nummers zijn, waarom ze bestaan én waarom biologisch hier zo kritisch mee omgaat.
Wat zijn E-nummers?
De “E” staat voor Europa. Een E-nummer is een code voor een voedingsadditief dat na beoordeling door de EFSA (Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid) en goedkeuring door de Europese Commissie mag worden gebruikt. In Nederland houdt de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) toezicht op het juiste gebruik en de etikettering ervan.
Het idee: duidelijkheid en controle. De praktijk: meer dan 350 stoffen die variëren van vitamine C (E300) tot felgekleurde kleurstoffen en kunstmatige zoetstoffen.
Waarom worden ze gebruikt?
E-nummers maken producten aantrekkelijker, langer houdbaar of makkelijker te verwerken. Denk aan:
Handig voor de industrie, maar het roept ook vragen op: moet een product echt zó worden bewerkt om aantrekkelijk te zijn
De keerzijde van E-nummers
Ja, E-nummers zijn wettelijk goedgekeurd. Maar laten we eerlijk zijn: “toegelaten” betekent niet automatisch “gezond” of “natuurlijk”. Veel E-nummers zijn synthetisch en worden gebruikt om iets te maskeren: een kleur die vervaagt, een smaak die te zwak is, een grondstof die niet optimaal van kwaliteit is.
In de supermarkt zie je producten die zonder deze toevoegingen hun aantrekkingskracht verliezen. Neonkleuren, kunstmatige smaakbommen en lange houdbaarheid verhullen dat de basis vaak bewerkt en verarmd is. Zo worden we als consument misleid: het lijkt mooier, lekkerder en beter dan het in werkelijkheid is.
Biologisch kijkt hier radicaal anders naar. Als een product alleen overeind blijft dankzij kunstmatige toevoegingen, klopt er iets niet. Biologisch stelt de grondstof centraal: puur, herkenbaar en met zo min mogelijk bewerking. Daarom zijn in de biologische sector maar zo’n 50 van de ruim 350 E-nummers toegestaan en dan nog alleen als ze:
Kunstmatige kleurstoffen, geurstoffen en smaakversterkers zijn simpelweg verboden.
Voorbeelden uit de biologische keuken
Toegestane voorbeelden met een natuurlijke oorsprong zijn:
Bij Amaizin voegen we alleen toe wat echt nodig is. In onze wraps gebruiken we bijvoorbeeld E322 (zonnebloemlecithine), waardoor ze zacht en flexibel blijven en niet breken. Dat is een natuurlijk hulpmiddel dat de kwaliteit garandeert.
Maar vaker laten we zien dat het ook zonder kan. Onze Crispy Chili Olie is puur gemaakt met olie, chili en kruiden – geen onnodige toevoegingen. Zo proef je dat échte smaak geen kleurstof of smaakversterker nodig heeft.